Author Archives: Melle Smets

De kist in de strop

This entry was posted on by .

TEVO_2013-03-1414288

Door Tijs van den Boomen

Fotografie Teun Vonk

Een week lang al knallen de carbidbussen in Suame Magazine: Osei Kwame is dood. Op schuttingen en muren zie je roze posters hangen met zijn foto en leeftijd. Osei was 49 jaar toen hij stierf, of zoals ze hier zeggen, toen hij zijn ‘home call’ kreeg: het was tijd terug te keren naar zijn schepper.

Zijn beroep staat niet vermeld op de poster, maar als we donderdagochtend voor de begrafenis naar zijn geboortehuis gaan, blijkt daarover geen misverstand mogelijk. In Suame is het gebruikelijk dat het beroep van de dode wordt verbeeld: bij lassers wordt er symbolisch iets in elkaar gelast en bij electriciens zie je veel kleurige bedrading. Voor het gangetje naar het huis van Osei staat een knalgele takelwagen. De schacht van de takel is half uitgeschoven, de stalen hijsstrop zit vastgebonden aan de achterkant van de wagen.

Op straat is het druk, de hele buurt is uitgelopen, mensen klitten samen op hoeken, over de stoffige weg racen vrachtwagens en pickups met uitgelaten jonge kerels heen en weer, achter op de laadklep van de voorste wagen staat een carbidkanon dat gemaakt is van de holle aandrijfas van een vrachtwagen.

Een begrafenisprocessie is niet het eerste wat je te binnen schiet, eerder doen de kerels met hun zwarte broeken en zwart t-shirts denken aan rebellen die net een stad hebben ingenomen, sommigen dragen rode bandages om hun hoofd. Het is tien uur in de ochtend, alcohol heeft de feeststemming duidelijk verhoogd.

Ineens valt de opmerking op zijn plaats die Ike, een handelaar uit Suame, ’s ochtends vroeg maakte. Hij is een keurige jonge kerel, getrouwd, een zoontje en een tweeling op komst. Zijn workshop is altijd netjes aangeveegd, de waarde van zijn voorraad schat ik over de duim op minstens tienduizend cedie, zo’n vierduizend euro. Al zijn succes is ‘by the grace of the Lord’, want hij is een overtuigd christen en hij zal tijdens de begrafenisdienst zingen. ‘Ik heb vanmorgen al ingedronken,’ vertelde hij stralend.

We worden mee naar het huis van Osei gesleept. Een steeg in, dan een deur door naar een binnenplaats. Op een houten stellage ligt de ontslapene, keurig in een grijs streepjespak, de hoge boord van een witte blouse duwt zijn kin naar achteren. Hij draagt grijze handschoenen.

In een café om de hoek moeten ook wij drinken. Ike heeft de originele Ashantiborrel gescoord, hij trekt ons achter een gordijn, haalt een dichtgeknoopt plastic zakje tevoorschijn, bijt het puntje eraf, en schenkt het bruine spul in plastic bekers. Een biertje helpt om de opspelende ingewanden tot bedaren te brengen. Verschillende jonge vrouwen worden me voorgesteld: ‘She wants to be your friend, what do you think?’

Buiten is het licht nog even verblindend en op de hoek staat nog steeds de takelwagen, maar inmiddels is de schacht volledig uitgeschoven. Aan de stalen strop bungelt, een meter of tien boven de grond, de lijkkist. Het wachten is op Benjamin, de leermeester van Osei, hij zal persoonlijk de knoppen bedienen om de kist op de wagen te zetten voor zijn laatste rit.

TEVO_2013-03-1413975

Als dat eenmaal gebeurd is, klimmen collega’s, familie en vrienden op de wagen, twee vrouwen nemen plaats op de kist, zijn vrouw en een zus vermoed ik. Drie andere takelwagens komen voorrijden en als ook die zijn volgepakt met mensen begint een wilde rit door de wijk.

Een paar straten verder stoppen we abrupt, mannen met emmers springen van de wagens en onder luid gejoel beginnen ze de banden van de wagens te wassen. ‘Black tires’ heet dat ritueel, het moet ervoor zorgen dat je schoon en zonder aardse restanten naar je graf gaat. Al verder gaat het en na een paar kilometer gooit de voorste takelwagen het stuur om, draait om, de andere volgen. Meteen maakt de voorste wagen weer een u-turn en zo beginnen we, midden op een doorgaande weg, in cirkels te rijden. Waar dit ritueel voor staat, wil ik weten. De mannen lachen: ‘We do this just for fun’.

TEVO_2013-03-1414020

Op de begraafplaats zelf gaat het snel. In de rode aarde is al een graf gegraven, de kist wordt er met de hand ingelegd. Een priester spreekt een paar woorden en in hoog tempo wordt de kuil weer dichtgeschept. Nu pas valt me op hoe weinig vrouwen er zijn. Ik vraag waarom en krijg verbaasde reacties: het is toch vies werk, een dood lichaam in de aarde stoppen, dat is toch niks voor vrouwen? Maar zijn echtgenote en zus zijn er toch ook bij? De mannen slaan elkaar op de schouders van het lachen: dat is zijn helemaal geen verwanten, maar als ik wil kunnen ze wel mijn vriendin zijn voor vandaag. En voor ik het weet word ik voorgesteld aan de opgetutte vrouwen met harde gezichten.

TEVO_2013-03-1414070

Op de terugweg zeg ik Ike dat ik het nu snap: begrafenissen zijn voor de tamelijk gereserveerde Ghanezen een gelegenheid om uit hun dak te gaan: zuipen en sex hebben. ‘No, no, no,’ zegt hij, ‘het zijn gewoon vriendinnen, je mag ook met ze gaan wandelen en praten. Wat jij wilt.’ Op de een of andere manier denk ik niet dat hij dat hij met dat doel driftig telefoonnummers heeft uitgewisseld.

Het is inmiddels begin van de middag, het ritueel schrijft voor dat mensen nu naar huis gaan om zich te wassen en te relaxen. In de loop van de middag zal er dan een kerkdienst zijn, die vinden altijd pas plaats na de begrafenis.

Op de binnenplaats van het huis van Osei is het nu rustig, rode plasticstoelen staan in rijen opgesteld, er is een podium, een handvol familie zit in de schaduw te wachten. Ik wil, zoals de gewoonte voorschrijft, een financiële bijdrage aan de begrafenis leveren. Zo’n collectie is strak gereglementeerd: enkele mensen zijn ervoor aansprakelijk: je geeft hun geld, in ruil krijg je een reçu. Aan het einde van dag moet het bedrag in de pot kloppen met de reçu’s, zo niet, dan moeten de verantwoordelijken het verschil zelf bij passen. Tot zover de theorie: voor ik naar de moeder van Osei word gebracht, incasseert een dame met een dikke rol bankbiljetten in haar hand mijn bijdrage. Ze wil mijn namen weten, herhaalt die hardop, en dat is het.

Het ernstige gezicht waarmee ik mijn medeleven uitdruk brengt de moeder in verwarring. Ik herstel me, zet mijn lachende gezicht op, prijs haar zoon en genade van God die hem bij zich heeft geroepen. Dat is beter, er wordt cola en fanta gehaald.

Buiten gaan de herrie, het rondlopen en het bier drinken onverminderd door. Een dronken man wordt, hevig tegenstribbelend, in een busje geduwd. Hier en daar staan versterkers opgesteld en wordt er gedanst. De dood van Osei blijkt voor een hoop mensen aanleiding om een eigen feestje te bouwen. Ike zal die middag niet zingen in de kerk.

 

Zoveel mogelijk merken

This entry was posted on by .

Screen Shot 2013-03-02 at 19.24.37

Dr. Waco, de hoofd-techneut van ons designteam, wordt steeds vermoeider van onze merk obsessie. We willen zoveel mogelijk verschillende auto onderdelen, uit zoveel mogelijk verschillende continenten. Gisteren hadden we twee ‘mooie’ uitlaat onderdelen uitgezocht bij de uitlaatverkoper. Een Rover mofler en een Mazda silencer. Hij kwam onze aanwinsten keuren en zij hoofdschuddend:” Mr. Melles, this can not work. Why you want this? It is old and will make a lot of noice. Pleace let us find the right parts.”

 

Specialisten

This entry was posted on by .

Screen Shot 2013-02-19 at 18.59.38

De stad kenmerkt zich door specialismen. De opeenhoping van mensen zorgt dat er specialistische beroepen ontstaan. Zo ook in Suame magazine. Alles draait om het recyclen van auto onderdelen. Elke dag drenken monteurs hun handen in olie, benzine en motorroet. Na een dag arbeid wassen en verkleden de mannen zich en veranderen van besmeurde zwervers in modieuze stedelingen. Alleen hun handen verraden hun ambachtelijkheid. Hiervoor huren ze de nagelknipper in. Deze lopen door de wijk met een snoeischaar, waarmee ze een tikkend geluid maken. Met deze vervaarlijk uitziende scharen veilen, krabben en knippen ze de gegroefde nagels blinkend schoon.

Coupe test

This entry was posted on by .

Om een auto te bouwen van bestaande onderdelen kun je niets ontwerpen. Het is een collage van gevonden voorwerpen. Met studenten van de Rietveld hebben we een cabinetest gedaan met achterdeuren.